Move over Route 66, want hier is de N2 in Portugal. The Nacional 2 (N2) is de langste autoweg in Portugal. Een zachte bochtenslinger van zo’n 739 kilometer brengt je van Noord naar Zuid. Het begin van de weg ligt bij het noordelijke stadje Chaves, aan de rivier Tâmega. Eindigen doe je in de stad Faro, in de Algarve. De N2 is met andere woorden dé roadtrip bij uitstek als je de charme van Portugal wilt leren kennen. Op 10 dagen tijd passeer je 11 steden en doorkruis je meer dan 20 dorpjes. Wij zetten de must-sees langs de route op een rij!
Het warme Noorden
Als eerste zal je Porto e Norte ontdekken en daar weet startpunt Chaves je meteen te verrassen. Chaves loopt over van geschiedenis. Dat merk je meteen aan de Romeinse brug die de rivier Tâmega overspant. De brug brengt je trouwens richting de middeleeuwse wijk, beschermd erfgoed met smalle huisjes en balkons die de straten versieren. In de middeleeuwen werd het kasteel van Chaves compleet verwoest, maar de toren staat nog overeind en wordt omringd door een kleurrijke tuin. Verder in Porto e Norte passeer je langs Vila Real, waar je je picknickdeken kan openslaan in de tuinen van Casa de Mateus, één van de hoogtepunten van de barokke bouwkunst in Portugal. Voor je Centro de Portugal binnenrijdt, verleidt Porto e Norte je nog met de heerlijke wijnen en uitzichten van de Dourovallei en het prachtige Nossa Senhora dos Remédios in Lamego.
Het charmante Centro de Portugal
Hier moet je zeker tijd maken voor het stadje Viseu, Tomar, Abrantes. Viseu werd al meermaals uitgeroepen tot beste Portugese stad om in te leven. En dat voel je ook. Daarnaast is de regio van Viseu gekend om haar Dão-wijn, die je trouwens kan proeven bij het indrukwekkende wijnhuis Caminhos Cruzados. Verder is het de moeite waard om een klein ommetje te maken en richting Tomar te rijden. Daar is het visitekaartje van de stad, het klooster Convento de Cristo, een van de belangrijkste Portugese bouwwerken uit de renaissance. Na het passeren van vele leisteen-dorpjes, houd je best even halt in het op een helling gelegen Abrantes. De straatjes met witte huisjes werden ooit bekroond tot meest elegante van het land.
Het rustieke Alentejo
In Alentejo is een sublieme tip om de N2 eventjes te verlaten en te navigeren naar nabije historische steden zoals Évora en Beja. Het historische centrum van Évora met witte en mosterdgele accenten pronkt al sinds 1986 op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Vanop het dak van de Sé kathedraal heb je een weids zicht over de groene heuvels en slaperige dorpjes van Alentejo. Parallel met het centrale plein van Évora loopt trouwens een charmant straatje met heerlijke horecazaakjes zoals Tua Madre en Tasca Tosca. Verder op de N2 sla je ook best af richting Beja waar je de toren van het Menagem kasteel kan beklimmen en de Santiagokerk kan bezoeken.
De aanstekelijke Algarve
Als laatste rijd je de Algarve binnen, gekenmerkt door fijn zand, verborgen baaien, rustieke dorpjes en grillige kliffen, maar ook door kurk. 54% van alle kurk wordt namelijk in Portugal geproduceerd. Houd daarom even halt bij de kurkfabriek Nova Cortiça bij kurkstad São Brás de Alportel. Net voor eindhalte Faro ligt Estói, voornamelijk bekend van het impressionante oude paleis. De tijd lijkt er te hebben stilgestaan. Afscheid nemen van de heerlijke tiendaagse op de N2 doe je in Faro, waar je kan kuieren doorheen het historische centrum en dobberen in een kajak in natuurpark Ria Formosa.