Kleurrijke gevels, scheve gevels, houten balken, gouden inscripties, ornamenten en houtsnijwerk: sommige vakwerkhuizen zijn echte kunstwerken en geven met hun charme hele dorpen en oude steden vorm.
Tübingen: jeugdige flair in oude steegjes
In heel Duitsland is de gemiddelde leeftijd 44,5 jaar; in Tübingen, aan de rivier de Neckar, is dat 40 jaar. Dat maakt het een van de jongste steden van het land. De reden hiervoor: bijna een derde van de bevolking bestaat uit studenten, van wie de meerderheid naar de Eberhard Karls Universiteit gaat – die op haar beurt helemaal niet jong is, aangezien het een van de oudste universiteiten van Europa is met een geschiedenis die meer dan 540 jaar beslaat. jaar. Veel kleurrijke gebouwen in de oude stad bestrijken ook meerdere eeuwen. Een van de populairste fotoplekken is waarschijnlijk het vier verdiepingen tellende stadhuis, gebouwd in renaissancestijl: kleurrijke sgraffito-schilderijen aan de buitengevel, daarboven de sierlijke astronomische klok, ervoor de Neptunus-fontein op het marktplein. Hier staat een rij mooie vakwerkhuizen, waarvan er nog meer te vinden zijn in de steegjes eromheen, waaronder het grote klooster bij de slotgracht en het 800 jaar oude Stiefelhof. Als je hier tussen Paleis Hohentübingen en de oevers van de Neckar wandelt, moet je behoorlijk wat hoogtemeters klimmen. Maar zoals we allemaal weten: dat houdt je jong!
Quedlinburg: kampioen vakwerk, werelderfgoed, levend museum
Het voormalige koninklijke paleis en Hanzestad aan de noordoostelijke rand van het Harzgebergte kijkt terug op meer dan 1000 jaar geschiedenis. De edelstenen in de schatkamer van de kathedraal van de Stiftskirche weerspiegelen dus letterlijk de pracht van het Ottoonse keizerlijke huishouden. Maar de grootste schat van dit kleine stadje in Saksen-Anhalt zijn de meer dan 2.000 goed bewaarde vakwerkgebouwen uit de 14e tot 19e eeuw. Nergens in Duitsland vindt u meer vakwerkhuizen op zo’n klein oppervlak! Het oude stadspanorama vanaf de collegiale Sint-Servaaskerk op de kasteelheuvel biedt een goed overzicht, net als een wandeling door de geplaveide straatjes daarna. Het is alsof je door een levend museum dwaalt: huizen staan tegen elkaar aan, soms raken de uitkragingen aan de gevels elkaar bijna. Wijnstokken verstrengelen zich langs de oude muren waar kleine winkeltjes en cafés zijn gevestigd. Het klinkt misschien chintzy, maar het is waar.
Bielefeld: geschiedenis op het platteland
“Bielefeld – bestaat eigenlijk nergens.” Alleen in het noordoosten van Noordrijn-Westfalen veroorzaakt dit satirische complot een geeuw. De kenners weten echter dat de stad aan de voet van de machtige Sparrenburg veel te bieden heeft. Zo herbergt de locatie Ravensberger Spinnerei – ooit de Europese marktleider op het gebied van vlasspinnen – musea, bioscopen en openluchtruimtes, terwijl in het eerbiedwaardige Waldhof hedendaagse tentoonstellingen van de bekende Kunstverein worden gehouden. Het gebied rond de Alter Markt in het hart van de oude binnenstad, dat wordt gekenmerkt door vakwerkhuizen, is zeer geliefd bij liefhebbers van geschiedenis. Het plein betovert bezoekers met indrukwekkende gebouwen en historische gevels, zoals Bankhaus Lampe. Ook het Crüwellhuis met zijn 7.000 Delftse tegels verdient lof: dit is een prachtig gebouw uit de Weserrenaissance. Het Teutoburgerwoud, dat door het centrum van Bielefeld loopt, is ook prachtig en beslaat ongeveer een vijfde van de hele oppervlakte van de stad. Waar kun je zoiets nog meer vinden?
Celle: clusters van vakwerkhuizen
Als parels aan een touwtje heeft de Nedersaksen Celle, bijgenaamd “zuidelijke toegangspoort tot de Lüneburger Heide”, vakwerkhuizen langs de straten van de oude stad. Er zijn er meer dan 500, waarvan de meeste uitgebreid zijn gerestaureerd en beschermd als historische monumenten, die samen een samenhangend stadsbeeld en een van de grootste samenhangende vakwerkcollecties ter wereld vormen. Huizen die bijzonder historisch zijn, hebben nog steeds een doorgang naar de binnenplaats, waar ooit de boeren van Celle hun oogst binnenbrachten. In veel van deze middeleeuwse gebouwen zijn winkels, cafés en restaurants gevestigd, zodat je de architecturale pareltjes – waaronder het bijzonder mooie Hoppener Haus uit 1532, versierd met mythische wezens, en de Alte Lateinschule in de prachtige Kalandgasse – niet alleen van buitenaf kunt bewonderen , maar stap ook eens binnen. Bezoekers kunnen en moeten ook een bezoek brengen aan de nabijgelegen Franse tuin en, nog meer, het kasteel van Celle in renaissance- en barokstijl.