De wijnen van de Vallée du Loir hebben een lange, prestigieuze geschiedenis. In de 16e eeuw bejubelden Ronsard en Rabelais ze in hun gedichten en boeken, en Hendrik IV liet ze serveren in zijn kasteel na zijn jachtpartijen in het bos van Bercé. De jasnières-wijn is een van de best bewaarde geheimen van de Vallée du Loir. Het scheelde evenwel niet veel of de zeer oude, beroemde jasnières-wijngaard was definitief verdwenen. Gelukkig kent deze wijn nu een revival.
In 1937 wordt de jasnières een van de eerste Franse wijnen met een AOC-kwaliteitslabel! Maar eind jaren 50 van de vorige eeuw verlaten de wijnboeren de wijngaard, die plaats moet ruimen voor appels en aardappelen, omdat die meer opbrengen. Enkele tientallen jaren later kent deze wijngaard echter opnieuw succes dankzij enkele gedreven wijnliefhebbers. Tegenwoordig zetten een twintigtal wijnbouwers het werk van hun voorgangers voort met dezelfde ambitie en kwaliteitsstandaarden.
De AOC jasnières is afkomstig van een van de meest noordelijk gelegen wijngaarden van de Loirestreek. Het gebied is beschermd door het bos van Bercé in het noorden en bezit een aantal hellingen die volledig naar het zuiden zijn gericht, met tal van microklimaten. Deze kleine wijngaard van in totaal 120 hectare met 100% chenin-druiven ligt langsheen de oevers van de Loir, tussen de gemeenten Lhomme en Ruillé-sur-Loir, over een strook van één kilometer breed en 5 kilometer lang.
Jongste van de oude wijnen
Dankzij de krijtgrond met klei en vuursteen ontwikkelt de druivensoort chenin al meteen na de oogst een uitzonderlijk aroma. Hij verleent de jasnières een mooie heldere goudgele kleur. Deze wijn zorgt voor een perfect samenspel van bloemige en fruitige aroma’s in de neus en in de mond, met vaak een minerale toets, die subtiel evolueren naar droog, exotisch fruit, honing en kruiden. Daarna volgt een lange, frisse afdronk. De jasnières past perfect bij zee- en riviervis, gevogelte en geitenkazen. Een van zijn grote kwaliteiten is dat deze wijn lang houdbaar is, soms langer dan vijftien jaar. Van de jasnières wordt trouwens gezegd dat hij de jongste van de oude wijnen is, want ook al kun je hem jong drinken, hij is pas op zijn best na tien of twintig jaar!
In 1948 heeft de wat uitgestrekter coteau-du-loir-wijngaard een AOC-kwaliteitslabel verworven. De Pineau d’Aunis-druiven, een van de oudste druivensoorten van Frankrijk, met peperige toetsen, worden verwerkt tot een heldere rode wijn. De robijnrode coteaux-du-loir biedt een complex aromapalet, waarin over het algemeen de kruidenaroma’s domineren, in combinatie met rijp rood fruit.
Van de wijngaard naar de wijnkelder
Met dezelfde zorg die ze aan hun wijnen schenken, verwelkomen de wijnbouwers van de jasnières & coteaux-du-loir je als gast op hun domein. Velen onder hen bieden op een of ander karaktervol plekje een wijndegustatie aan en verkopen hun wijn per fles.
Een van die adresjes is Domaine Lelais in Ruillé-sur-Loir, waar je vreemde ondergrondse gangen ontdekt die zijn uitgegraven in de 11e eeuw en zijn ingericht als ‘Bacchusmuseum’. Dezelfde hartelijke ontvangst wacht je in Domaine de Cézin, Domaine de la Raderie, Domaine de la Charrière en Domaine de la Roche Bleue. Domaine Les Maisons Rouges doet sinds 2002 aan biologische landbouw en sinds 2009 aan biodynamische landbouw. Zelfde filosofie in Domaine de Bellivière, waar de wijnen een bio- en biodynamisch label hebben en al vaak in de prijzen vielen.
De nieuwe oogst is er, wacht dus niet langer en ontdek deze kleine wijngaard!
Meer informatie: www.vallee-du-loir.com