Aubergines worden geassocieerd met zuidelijke landen zoals Spanje en Italië. Maar ook bij ons gedijt de vrucht van de eierplant bijzonder goed. Dat vertaalt zich naar enkele families Belgische telers én 50% meer aubergines op ons bord dan tien jaar geleden. Zo voerden de BelOrta-telers in 2020 ruim 1.250 ton aubergines aan. Een blik in de serres waar de planten op verschillende soorten substraat groeien, zoals steenwol.
Aubergine als ‘groentebiefstuk’
De aubergine is een subtropische plant die vraagt om een warm en vochtig klimaat. Je verwacht de groente dus niet meteen bij ons, maar toch wordt in België vandaag 23,62 ha aubergines geteeld. Goed voor een stijging van 6% vergeleken met vorig jaar.
Aubergines worden vaak in één adem genoemd met courgettes, maar toch behoren ze tot een andere familie, die van de nachtschade. In tegenstelling tot de Amerikaanse neefjes tomaat, aardappel, paprika en chilipeper, liggen de roots van deze vruchtgroente niet in het Westen maar in het Verre Oosten. De Arabieren brachten de aubergine tot in Spanje, vanwaar ze de rest van Europa veroverde.
De populariteit van de mediterrane keuken in onze streken heeft ons de aubergine leren kennen. In Vlaanderen is de groente onlosmakelijk verbonden met gerechten als moussaka en melanzane. Vandaag zetten ook steeds meer vegetariërs de ‘groentebiefstuk’ op het menu, als vleesvervanger, én wordt de veelzijdigheid van de aubergine steeds meer gesmaakt. De kloof met de Zuid-Europeanen is weliswaar nog groot – met een jaarlijkse consumptie van 10 kg per persoon –, maar toch eten Vlamingen vandaag anderhalve keer zoveel aubergines als tien jaar geleden. BelOrta is daarbij de belangrijkste Belgische aubergineleverancier.
Serreteelt op substraat
Enkele Vlaamse tuinders – met een concentratie in de provincie Antwerpen – leggen zich vandaag toe op de teelt van aubergines. De familie Heulens in het Antwerpse Vremde teelt al 25 jaar aubergines. Met een plantage van bijna 7,5 ha en 400.000 planten zijn ze zelfs de grootste auberginetelers in Vlaanderen. Vandaag staat de tweede generatie aan het roer, met broers Jan en Tom en zus Ann. Hun ouders schakelden begin jaren negentig over van tomaten op aubergines, als eerste tuinders in ons land.
Door in serres te telen, kan de familie tot veel later in het jaar lokale aubergines aanbieden. De oogst begint in februari en eindigt in november – goed voor ca. 4.000 ton aubergines! “Dat gebeurt in verschillende plukbeurten, afhankelijk van de rijpheid en het gewicht, best zo’n 300 g. In het hoogseizoen verwerkt onze sorteermachine tot 35 ton aubergines per dag. De afzet verloopt volledig via BelOrta, we rijden dan soms drie keer op één dag naar daar.”