Rekruteringsexpert Hays bevroeg in een wereldwijde survey hoe bedrijven gelijkheid op de werkvloer kunnen realiseren. Drie op tien medewerkers vinden dat hun werkgever zich nog meer kan inzetten. Opvallend zijn de verschillende prioriteiten die beide geslachten geven. Vrouwen ijveren voor hetzelfde salaris. Mannen vinden het belangrijk dat iedereen gelijke kansen krijgt.
Voor het tweede jaar op rij voert rekruteringexpert Hays een wereldwijd onderzoek uit naar aanleiding van Internationale Vrouwendag. De survey bevroeg 1300 respondenten hoe zij kijken naar de betrokkenheid en acties van hun werkgever om genderongelijkheid tegen te gaan.
Drie op tien medewerkers (29%) stellen dat er nog werk aan de winkel is. De groep geeft immers aan dat het bedrijf zich wel inzet om gendergelijkheid te bekomen, maar nog niet ten volle.
“We merken een positieve verschuiving op: gelijkheid staat op de agenda van werkgevers. Toch zijn we er nog niet. Bedrijven doen er goed aan om transparant te zijn en helder te communiceren over hun efforts. Bedrijven die de uitdagingen van morgen willen aangaan, geven maar beter elke medewerker een stem. Welk geslacht een medewerker ook heeft, ieder idee telt”, zegt Elise Denecker, head of People & Culture bij Hays.
Opvallend zijn de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke deelnemers. Zo vindt 37% van de vrouwen dat bedrijven nog niet voldoende strijden tegen discriminatie op de werkvloer, ten opzichte van 21% van de mannen. Meer mannen (60%) dan vrouwen (45%) denken dat hun werkgevers bezig zijn met de organisatie van een gendergelijke omgeving.
Salaris en gelijke kansen zijn prioritair
Wat kunnen bedrijven doen om ongelijkheid ten volle aan te pakken? Respondenten geven aan dat het geven van gelijke kansen (31%), gelijkgetrokken salaris (25%), flexibel werk (17%) en interne bewustwording (14%) belangrijke elementen zijn.
Vraag je de deelnemers te kiezen, dan verschillen de prioriteiten. Vrouwen (55%) vinden hetzelfde salaris een must (ten opzichte van 26% mannen). Voor mannen zijn gelijke kansen dan weer het meest prioritair (46% ten opzichte van 28% vrouwen).