Daders van ongewenst gedrag op de werkvloer zijn 9 op 10 keer collega’s en 5 op 10 keer leidinggevenden. Collega’s zijn voor quasi elk type van grensoverschrijdend gedrag beduidend vaker de dader dan managers. Dit kan gaan van kwalijk roddelen, misplaatste humor tot ongewenste fysieke aanrakingen en aanranding. Enkel aan pesten en seksisme blijken leidinggevenden zich bijna evenveel keer of meer schuldig te maken dan collega’s. Zo blijkt uit een recente studie* van Tempo-Team. Ruim 1 op 3 slachtoffers zegt grensoverschrijdend gedrag assertief aan te pakken. Daarentegen ondergaat 1 op 10 het gedrag zonder te reageren. Dit ondanks het feit de meerderheid van de bedrijven procedures en meldpunten hebben om ongewenst gedrag aan te pakken. 1 op 4 werknemers blijkt daar bovendien ook niet van op de hoogte te zijn.
Grensoverschrijdend gedrag wordt vaak geassocieerd met een machtsrelatie. Toch komt het op de werkvloer vaker voor onder gelijken dan tussen baas en medewerker. Uit de studie van Tempo-Team blijkt dat dit geldt voor alle types van ongepast gedrag.
Uitzondering op de regel zijn pesten en seksisme waar bazen evenveel of meer keer de dader zijn dan collega’s.
Hoewel cyberpesten in ongeveer 10% van de gevallen voorkomt, valt het op dat 1 op de 4 werknemers vaststelt dat pesterijen via email en sociale media in opmars zijn. Dit wordt nog niet voldoende onderkend want slechts 1 op de 10 bedrijven neemt cyberpesten al op in hun aanpak van ongepast gedrag.
Verder treft grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer in het bijzonder vrouwen. Zij geven voor elk van deze vormen tot twee keer vaker aan hiervan het slachtoffer te zijn geworden dan mannen.
Erover spreken vaakst voorkomende reactie
Wanneer ze geconfronteerd worden met ongepast gedrag, probeert de meerderheid van de ondervraagden hier meteen iets aan te doen. Zo zegt 1 op de 3 onmiddellijk te reageren door de dader aan te spreken met een rake opmerking of het voorval te bespreken met een collega. Evenveel mensen kiezen ervoor om het gedrag te melden bij een meldpunt of vertrouwenspersoon. Bijna de helft van de vrouwen en 1 op 5 mannen bespreekt het ongepast gedrag met iemand buiten het werk zoals een partner, een familielid of een vriend(in).
Maar lang niet iedereen onderneemt actie: 1 op de 10 ondergaat het ongewenst gedrag en komt er nadien niet meer op terug.